Interview

Julianne Moore over The Room Next Door: ‘Als je helemaal alleen in een kamer zit, weet je dan überhaupt wel dat je bestaat?’

We videobellen met Julianne Moore, die jarenlang zat te hopen op een film met Pedro Almodóvar. Op een dag kreeg ze een e-mail en ping nu speelt ze samen met Tilda Swinton twee beste vriendinnen in Almodóvars Engelstalige debuut, The Room Next Door.

Ik weet niet wie jullie voor je zagen als je dacht aan de perfecte actrices voor Pedro Almodóvars eerste Engelstalige speelfilm, maar in mijn gedroomde vrouwen-van-Almodóvar-eregalerij passen Tilda Swinton en Julianne Moore precies. Ergens tussen Penélope Cruz en Rossy de Palma. Of misschien toch gezellig naast Carmen Maura, of vlakbij Chus Lampreave (Tía Paula in Volver en de meest gecaste Almodóvar-girl van allemaal). Hollywoodsterren Swinton en Moore hebben hun plekje in Almodóvars vrouwenpantheon dit jaar verzilverd als goede vriendinnen Martha en Ingrid in The Room Next Door.

Kijk ze staan: Moore in een gifgroene coltrui, Swinton onder een soort van gigantische lappendeken. Vol kleur, zoals we Almodóvars personages kennen, al is The Room Next Door op papier best een verdrietig verhaal. Martha is terminaal ziek en vraagt Ingrid of ze haar wil helpen waardig te sterven. Ze heeft een illegale pil gekocht en een appartement in de bergen gehuurd. Ze wil doodgaan op haar eigen manier, maar niet helemaal alleen. Daarom vraagt ze Ingrid of ze er kan zijn, die laatste dagen, in de kamer ernaast. Het is een volwassen vrouwenvriendschap zoals je die zelden in de bioscoop ziet.

‘Ik zie het als een enorme eer om toe te treden tot de wereld van Pedro Almodóvar, met al die geweldige actrices’, zegt Moore als we haar spreken via Zoom. Ze zit in een exorbitant chique hotelkamer in Madrid, de stad waar Almodóvar woont. Tilda Swinton zit, letterlijk, ‘in the ballroom next door’. In een klein groepje stellen we Moore vragen over de rol van Ingrid, maar ze kan het niet laten om het eerst te hebben over haar nieuwe vriendschap met Swinton (‘I adore her’) en vooral over Almodóvar, alsof ze in de eerste plaats een bewonderaar is en geen collega. ‘Pedro viert het vrouwelijke. Almodovarian women zijn zo eigen, zo levendig. Zijn andere actrices en de rollen die ze spelen zijn voor mij samengesmolten. Ze belichamen hun personages totaal. Ik prijs me gelukkig dat ik daarbij mag horen.’

Moore wilde al met Almodóvar samenwerken sinds ze Women on the Verge of a Nervous Breakdown (1988) zag. ‘Daar zit een scène in met Carmen Maura in een taxi, dat ze zit te huilen en totaal opgaat in haar gevoel. Het is tragisch, maar ook ontzettend grappig. Ik had die twee emotionele uitersten nog nooit op zo’n manier naast elkaar gezien, dus ik had meteen zoiets van: wie ís deze regisseur? Jarenlang waren er geruchten dat Pedro een Engelstalige film zou maken. Iedere Amerikaanse actrice was dan meteen klaarwakker. Maar dan was het toch altijd: nee, nee, ik blijf in Spanje. Dit wordt ‘m gewoon niet, dacht ik. Maar een jaar geleden kreeg ik opeens een mail van hem. Bingo!’

Of ze mee wilde doen aan een nieuwe film die hij aan het maken was met Tilda Swinton, stond er in die mail. Een film over ziekte en zelfbeschikking, net als het semi-autobiografische Dolor y gloria uit 2019, maar ook over een decennialange vriendschap tussen twee eigenzinnige vrouwen. In het Engels dus. Nogal een stap voor een Madrileño die tot aan de korte cowboyfilm Strange Way of Life (2023) meer dan twintig films in Spanje maakte. ‘Iedereen kijkt met je mee als je als auteur iets nieuws probeert. Dat doen, op zo’n punt in je carrière, was voor Pedro ook een sprong in het donker,’ zegt Moore. ‘Iedereen vroeg zich af of het ging lukken, of zijn werk anders zou voelen in een andere taal.’

Maar de Engelse dialogen in The Room Next Door zijn 100% Almodóvar. In het begin enigszins theatraal – alsof Martha en Ingrid zichzelf via afstandelijke monologen aan ons en opnieuw aan elkaar moeten voorstellen – later warmer, en met Almodóvars kenmerkende ritme. Alsof hij zijn eigen taal een Engels jasje heeft aangetrokken. Moore beaamt dat: ‘Het was voor ons extra interessant om met Pedro te repeteren en aan de dialogen te werken. Het zijn zijn woorden, zijn poëzie, zijn muziek, maar dan in het Engels. Hij is heel doelbewust in wat hij wil vertellen, en hij gebruikt alle middelen die hij ter beschikking heeft om een wereld te creëren. Toen ik voor het eerst in Madrid aankwam voor de screentests raakte ik in gesprek met Edu Grau, de cinematograaf, en die zei: we zijn hier allemaal vanwege Pedro’s kijk op de wereld.’

Almodóvars dialogen zijn daar één voorbeeld van; een ander is zijn kleurgebruik. Denk je aan zijn films, dan denk je aan rode lippen en pakken, pauwblauwe wollen truien, of juist aan de opvallend kleurloze bodysuit van Vera in Le piel que habito (2011). En aan keukens met turquoise tegeltjes, magenta vaasjes en oranje tafelbladen. Dit keer is het een design-huis in upstate New York met bordeauxrode zonnebedden en felgele lampenkappen. En een gifgroene coltrui dus. Moore: ‘Ik moest wel even schakelen hoor. Ik bedoel, ik speel een New Yorkse schrijver met een groene coltrui. Ik kan me geen enkele New Yorkse schrijver voorstellen die groene coltruien draagt! Maar dan realiseer je je dat je helemaal niet in New York bent. Je bent in het New York waar Pedro van droomt. Alles is een beetje meer ingekleurd en daarmee kietelt hij je zintuigen. Hij gebruikt kleur om je blik naar dingen toe te sturen – ahh, kijk dat groen, dat blauw, en dan, hey, kijk dat geel in de achtergrond. Mensen vragen elkaar altijd naar hun lievelingskleur, omdat die kleur iets over diegene zegt. We worden aangetrokken door kleur, door design, door mode en kunst. We luisteren naar muziek. Dat zijn allemaal dingen waar Pedro z'n films mee volstopt omdat het diep menselijke dingen zijn.’

Waar Dolor y gloria een kwetsbaar inkijkje gaf in het proces van ouder worden van een regisseur op leeftijd, gaat The Room Next Door over het eindstation: de dood. Maar het is volgens Moore geen euthanasiefilm: ‘De film gaat over waardig sterven, dat zie ik als iets anders. Martha kiest ervoor om het helemaal zelf te doen. En daar neemt de film een standpunt over in.’ Dat standpunt is duidelijk: ondanks dat Ingrid gevaar loopt door überhaupt op de hoogte te zijn van Martha’s illegale keuze, is er geen twijfel over dat ze het juiste doet door haar te helpen. Een potentieel controversiële opvatting, zeker nu de Verenigde Staten steeds conservatiever worden.

‘Ik denk dat dit thema niet alleen in de VS speelt,’ zegt Moore als we haar vragen of ze de film ziet als een statement. ‘Wat ik fijn vind aan hoe Pedro omgaat met dit soort onderwerpen, is dat hij ze toont zoals ze zijn. Politieke daden en ideeën zijn altijd persoonlijk. Het gaat hem om vrijheid en autonomie: jouw leven, jouw lichaam, jouw liefde, jouw keuzes, al die dingen. Daar maakt hij een verhaal over, en in dat verhaal zit bijvoorbeeld ook een behoorlijk conservatief personage, dat er een andere mening op nahoudt. Ik denk wel dat Pedro daar kritisch op is, want eigenlijk zegt hij: je beperkt daarmee de vrijheid van een ander. Maar hij geeft zo’n personage wel een plek.’ Is ze niet bang voor een tegenreactie van het publiek? ‘Ik ben niet bang voor kunst die gaat over wat er speelt in de wereld, over hoe we leven en geven. Ik denk juist dat film daar een belangrijk rol in te vervullen heeft. Het onderwerp is uit het leven gegrepen, en we zijn er heel bewust en humaan mee omgegaan.’

Meer nog dan een politiek statement of een film over de dood, gaat The Room Next Door over vriendschap. Ingrid is er voor Martha, zonder oordeel en zonder zichzelf weg te cijferen. ‘Bearing witness’ noemt Moore het, wat zoveel betekent als ‘getuige mogen zijn van’, al dekt dat niet de hele lading. ‘Door in te zoomen op hun vriendschap zie je hoe normaal en daardoor prachtig die is’, zegt ze. ‘Er is geen strijd, geen drama. We kennen zulke intieme vriendschappen tussen twee vrouwen, maar ik zie ze nauwelijks in films.’

Het is juist de vanzelfsprekendheid, de dagelijkse intimiteit, die opvalt. Ingrid staat pal naast Martha – als ze verdrietig is en verloren, maar ook als ze wil genieten van de zon of gewoon een filmpje wil kijken. Moore: ‘Ik denk dat getuige mogen zijn van een ander mens een van de meest diepgaande dingen in het leven is. Daar hopen we allemaal op, van onze intieme relaties tot ons werk. Een ander erkennen is zo waardevol. Ik heb situaties als die van Ingrid en Martha van dichtbij meegemaakt. Op mijn leeftijd maak je trauma mee, mensen die ziek worden of doodgaan. De les die ik daar uithaal is dat je als vriend in crises eigenlijk alleen simpele zorg kan bieden, en gezelschap.’

In een scène in de film realiseert Martha zich dat ze niet meer beter wordt. Ingrid buigt zich naar haar vriendin toe, kust haar op haar voorhoofd en zegt: ‘Ik zie je morgen’. Moore: ‘Dat is wat we voor elkaar doen. You show up, je gaat naast iemand zitten, je houdt hun hand vast. Je zegt: ‘Kom, je bent moe, trek je pyjama aan.’ Als je helemaal alleen in een kamer zit en nooit iemand anders tegenkomt, weet je dan überhaupt wel dat je bestaat? Je ziet jezelf alleen in een ander, en zij zichzelf in jou. Dat is ook wat er met ‘The Room Next Door’ bedoeld wordt. We zitten allemáál in de kamer ernaast. Op persoonlijk vlak, emotioneel, als vrienden, zelfs in de geopolitiek. Alles wat er in de wereld gebeurt maken we samen mee.’

Het eindresultaat is een film die ondanks de thematiek vol leven zit. Moore omschrijft het maken ervan dan ook als een vreugdevolle tijd. ‘We vinden het moeilijk om over de dood te praten, omdat we niet om ons einde heen kunnen. Hoe ga je om met het feit dat het leven iets tijdelijks is? Dat is heel lastig. Maar ik denk dat je veel meer aanwezig kan zijn als het je lukt om er juist wel stil bij te staan. Aanweziger, opener, kwetsbaarder, betrokkener. Levendiger.’

In de film zegt Ingrid dat er meerdere manieren zijn om met een tragedie om te gaan. The Room Next Door daagt je uit om die verschillende manieren te onderzoeken. ‘Alles heeft een einde, dat weten we. Maar dat sluit niet uit dat we ook voluit kunnen leven,’ sluit Moore af met een grote glimlach. ‘Dat we kunnen lachen en verliefd worden en mooie films kijken en lekker kunnen eten. Het is mogelijk om die twee dingen tegelijk te omarmen. En dat is een vrolijk gegeven.’

The Room Next Door

Een intiem drama over ouder worden, leven en sterven, met Julianne Moore en Tilda Swinton.