Acteur Josh O’Connor over La chimera, samenwerken met regisseur Alice Rohrwacher en method acting in een kampeerbusje

Jente Buskes

De jonge Britse superster Josh O’Connor (bekend van onder andere tv-serie The Crown en binnenkort samen met Zendaya te zien in Challengers) heeft de rollen voor het uitzoeken. Maar hij wilde per se werken met Alice Rohrwacher en vroeg of zij iets voor hem wilde schrijven. Et voilà: La chimera.

Toen Josh O’Connor in 2018 Alice Rohrwachers magisch-realistische sprookje Lazzaro felice zag, was hij meteen verkocht. De volgende dag begon ‘ie aan een Rohrwacher-marathon en schreef hij de Italiaanse regisseur een brief: of ze heel misschien een rol voor hem had liggen? Het script waar Rohrwacher destijds mee bezig was, over een bende grafrovers in het Etrurië van de jaren 80, draaide eigenlijk om een veel ouder personage. Niks voor O’Connor dus. Maar na een eerste ontmoeting was ook Rohrwacher om, en herschreef ze de rol met de Britse acteur in het achterhoofd. Et voilà: daar was La chimera.

O’Connor speelt Arthur, een dromerige en mysterieuze archeoloog die met een groepje vrolijke tombaroli (grafrovers) Etrurië afstruint, gravend naar Etruskische schatten. In zijn dromen pakt Arthur de tijd met zijn verloren geliefde Beniamina terug. Maar wroetend in de vezels van vroeger, komt Arthur geen stap verder. Welke schimmen schudt hij wakker om Beniamina te blijven zien, en welke echte mensen laat hij juist links liggen?

We spreken O’Connor, die volgende maand ook nog te zien is in Luca Guadagnino’s Challengers, via Zoom. Hij blikt glunderend terug op het samenwerken met Rohrwacher en de opnames van La chimera in Italië, waar hij voor even net zo’n dwalers-bestaan leidde als Arthur. We kletsen over de films die hem inspireerden voor zijn rol, Arthurs grauwe linnen pak en het idee van vapes als 21ste-eeuwse relikwieën.

Wat maakte Lazzaro felice zo bijzonder dat je dacht: ik móét Alice een brief sturen?

‘Ik zag Lazzaro ’s avonds in de bioscoop toen ‘ie uitkwam, en de volgende dag ben ik meteen Corpo celeste en La meraviglie gaan kijken. Als het alleen Lazzaro was geweest had ik Alice trouwens ook een brief gestuurd, er zit iets in ál haar films. We groeien allemaal op met sprookjes en mythen. Ik hou van films, ik hou van arthouse, maar ik hou ook van iets als Dune, en ik ben groot fan van Pixar-films. Al die ervaringen zijn even waardevol en ze draaien allemaal om dat magische gevoel van een sprookje, waar een waarheid achter schuilgaat. Snap je? Het idee van die verhalen is dat ze een morele code met zich meedragen. Ze hebben een boodschap. Ik ben er vrij zeker van – ik hoop dat ik dit niet verkeerd heb – dat Alice niet religieus is, maar wel extreem spiritueel. Ik vond Lazzaro diep spiritueel, met zoveel hoop en geloof. Daar wilde ik meer van zien en deel van uitmaken.’

‘Aan het begin van onze samenwerking zei Alice tegen me dat Arthur niet vanuit de hemel gezonden is, iets wat je over Lazzaro wel zou kunnen zeggen. Arthur is een echt persoon. Dat was een van de belangrijkste dingen die ze me meegaf. Toch denk ik ook dat hij een soort geest is. Arthur zit tussen twee werelden in, zoals Alice’s films ook tussen werelden bewegen. Ze viert dat wat je niet ziet net zoveel als de dingen die je wel ziet. Ik kon aan haar films aflezen dat haar levensstijl lijkt op die van mij. Het klikte meteen tussen ons, we zijn nu hele goede vrienden.’

Maakte de samenwerking al die hoge verwachtingen ook waar?

‘Ze is nu als een zus voor me! Hopelijk gaan we nog heel veel films samen maken.’

**Arthur is een beetje een outsider in het groepje tombaroli. Hoe was dat als acteur, om als enige Brit de set op te wandelen? **

‘Ik voelde me wel de outsider omdat ik als enige geen Italiaans sprak. Ik was het aan het leren tijdens het filmen. De rest van de cast is heel internationaal: Lou, die Melodie speelt, is Frans, Carol Duarte is Braziliaans, de film zit vol met mensen die overal vandaan komen. Hélène Louvart, de cinematograaf, is Frans, het geluid werd gedaan door mensen van over de hele wereld. En Isabella Rossellini is natuurlijk héél Italiaans, maar ze woont in New York. Ik bleef ook een beetje op mezelf, ik wilde een afstand tot iedereen voelen. Je moet als kijker het gevoel krijgen dat Arthur een ander pad bewandelt dan de rest. Ik ben nu heel close met alle tombaroli, we zijn bevriend en appen elkaar, maar er was wel een afstand. Een afstand die ik wilde! Ik woonde tijdens het filmen in mijn kampeerbusje vlak buiten het dorp, en hield me wat afgezonderd. Het was belangrijk om me een outsider te voelen, omdat Arthur het ook is.’

Kwam het idee om in je eentje te gaan kamperen van jou of van Alice?

‘Ik ben opgegroeid met kamperen. Het was alleen tijdens de tweede helft van het filmen trouwens, de eerste helft is opgenomen in de winter. Toen kon ik niet in mijn busje slapen, dus zat ik in een klein huisje. Het idee om tijdens de tweede helft te gaan kamperen kwam van mij. Ik moet zeggen: als we het er nu zo over hebben klinkt het heel raar. Maar in Alice’s wereld is het heel vanzelfsprekend. ‘Josh wil in zijn camper wonen, prima.’ Waar ik in woonde deed ter trouwens niet zoveel toe, het punt was meer dat ik buiten het dorp zat en niemand makkelijk kon bereiken. We filmden in Bolsena, een dorpje aan een meer. Om van mijn kampeerplek naar het dorp te komen… nou, ik heb het geprobeerd! Ik had mijn fiets mee en wilde op dag 1 naar het dorp fietsen. Fietsen in Italië is niet zoals in Nederland, het is verschrikkelijk. Auto’s moesten echt voor mij uitwijken. Ik kwam tot de helft voor ik dacht: dit is veel te gevaarlijk. Dus ik fietste terug en belde Alice, zo van: help, ik heb eten nodig. En toen kwam Alice langs met een tas vol groenten uit haar tuin en een kano, zodat ik het meer kon oversteken. Elke dag ging ik filmen, kwam ik terug, waste ik mezelf in het meer en stapte ik in de kano om eten te gaan kopen. En dan peddelde ik weer terug en kookte ik wat op het kampvuur. Het was prachtig, zó’n verrijkende ervaring. Ik heb genoten van elke seconde.’

Zo’n manier van werken kan al gauw lijken alsof je jezelf als method actor heel serieus neemt, maar zoals jij het vertelt klinkt het vooral gewoon heel lekker.

‘Dat is het ding. Ik snap het als mensen denken: hij doet een soort method acting-ding. Dat element zit er ook in, het was een keuze die paste bij dit personage, maar het was ook gewoon heel fijn. Ik deed het vooral voor mezelf. Op dat punt in mijn leven had ik het ook echt nodig. Dus ik vond het heerlijk.’

Kan je vaker zo met een rol spelen?

‘Nee, niet echt. Die ruimte krijg je niet vaak, en voor de meeste films is het ook niet nodig. Maar als je met Alice samenwerkt stap je die wereld in en omarm je het.’

De Italiaanse filmgeschiedenis leeft door in de stijl van La chimera. Hebben jullie voor Arthur ook een beetje van het verleden geleend?

‘Zeker! Alice heeft me een lijst met films gestuurd. Sommige kende ik al, sommige had ik nog nooit gezien. Er zaten twee films tussen die veel invloed hebben gehad op hoe ik Arthur zag. De eerste was The Flowers of St. Francis, van… Pasolini, toch? Nee, Rossellini! De andere was Accattone, die ook van beide regisseurs zou kunnen zijn [deze is wel van Pier Paolo Pasolini, red.]. In Accattone heeft de hoofdpersoon iets vurigs, iets energieks. Ik wilde niet dat Arthur te soft zou worden. Hij is heel bedachtzaam, hij houdt van de natuur en dieren, wat je ook ziet in The Flowers of St. Francis. Hij heeft een sterke band met de vogels, de bomen, het landschap, maar hij kan ook agressief zijn. Arthur is echt een mannetje. Hij kan zomaar flippen. Accattone was daar een goede inspiratiebron voor. Hij heeft het hart op de tong, het is een onstuimig personage. Dus ik heb elementen van hem én van St. Francis gebruikt om Arthur vorm te geven.’

Arthur is inderdaad onvoorspelbaar. Het ene moment is hij zachtaardig, het andere kan ‘ie gemeen uit de hoek komen. Was je soms zelf verrast door je personage?

‘Ik kon elke dag beslissen in wat voor bui hij was, dat was heel leuk. De scène kon vrolijk zijn, maar als ik bepaalde dat Arthur chagrijnig was, gebeurde er soms iets interessants. Dat is ook te danken aan Alice’s script. Haar werk is heel kneedbaar. Je kan ermee schuiven. Het was zo lekker om een knorrige Arthur te spelen, hij is soms net een klein kind met een driftbui.’

Was Arthur altijd al een Engelsman? Zijn rol als Britse grafrover is een interessante manier om vragen te stellen over de Britse – en Nederlandse – musea die vol met gestolen schatten staan. La chimera voelt niet als een hard politiek statement, maar dat idee bleef wel bij me hangen.

‘Ik weet niet of dat Alice’s intentie was, maar ik ben het met je eens. Het is zo gek. We hebben het geluk in mijn land dat je gewoon naar het British Museum kan gaan en eeuwenoude Griekse, Etruskische of Egyptische objecten kan zien. Net als in New York. Ik weet nog dat ik ooit naar een Congolese tentoonstelling in het Met ging. Ik weet niet of dat een permanente tentoonstelling was, maar in het British Museum zijn meerdere van dat soort permanente collecties. De Etrusken geloofden dat de objecten waar ze mee begraven werden, hun paspoort naar het hiernamaals waren. De objecten waren onderdeel van hun ziel. Daarom wordt er zo neergekeken op de tombaroli die ze opgraven.’

‘Alice wil iets zeggen over objecten, full stop. Ze vroeg me ooit: als je een dwarsdoorsnede van de aarde maakt, en kijkt naar generaties aan bodemlagen, wat zou onze stempel dan zijn? De Egyptenaren hebben tombes, de Etrusken hun aardewerk, er liggen gouden kettingen, geschriften, kogelhulzen uit de Tweede Wereldoorlog, enzovoorts. Je kan laag na laag bestuderen. En dan kom je bij ons aan: elektrische tandenborstels, telefoons.’

Honderdduizenden vapes.

‘En vapes! En misschien is dat vreselijk, misschien niet. Misschien is dat ook gewoon wat ons tijdperk is, het spoor dat wij achterlaten.’

Daar mag je ook af en toe romantisch over denken.

‘En als er íets is waar Alice goed in is, is dat het. Die scène waarin de tombaroli de grote tombe vinden bijvoorbeeld, waar Arthur flauwvalt? Dat is een echte tombe met een prachtig mozaïek, midden op een strand. En daarachter staat een gigantische elektriciteitscentrale. In dat contrast is Alice heel goed: het idee van een eeuwenoud graf op 100 meter van een stroomcentrale. Ze viert alle objecten, ze rouwt niet om het verlies van het één ten koste van het andere. Ze accepteert dat we in andere tijden leven. En ja, het is een beetje suf dat dat een tijd is met vapes. Like, really? Maar ik denk dat zij dat ook interessant zou vinden, dat wij dat als relikwie achterlaten. Het is de moeite waard om ernaar te kijken.’

Arthurs linnen pak, dat met elke scène smoezeliger wordt, is daar misschien ook een voorbeeld van.

‘Mijn idee was dat Arthur naar het hiernamaals wordt getrokken. Vanaf het begin van de film sleept iets hem naar Beniamina. Daarom ben ik ook afgevallen voor de rol, ik wilde dat het zou voelen alsof hij meegenomen wordt. En het pak wordt ook langzaam deel van de onderwereld, het wordt mee de grond in getrokken. Loredana Buscemi, de kostuumontwerper van Alice’s films, heeft zo’n goed oog voor detail. Haar kostuums voelen doorleefd en echt, ze passen in de tijd en op de plek waar de film zich afspeelt.’

Je hebt recent als schrijver en producent gewerkt aan Bonus Track. Denk je na die ervaring anders over acteren?

‘Niet echt. Bonus Track heb ik samen met mijn beste vriend [Mike Gilbert, red.] bedacht toen we 18 of 19 waren. We hebben twee versies geschreven, en toen kreeg ik het druk met acteren. Hij heeft het herschreven, de film die het is geworden is heel anders dan de film die wij zoveel jaren terug hebben bedacht. Dus ik kan geen credits opeisen voor het script. Het produceren was zo leuk, ik heb er heel erg van genoten, maar ik voel geen haast om weer zoiets te doen. Ik hou veel van acteren, en ik hou van andere dingen: pottenbakken, tuinieren. Dus ik weet niet of ik naast het acteren nog meer tijd wil doorbrengen in de filmindustrie.’

Je hebt nu een inkijkje gekregen in de Italiaanse filmindustrie, naast je werk in het Verenigd Koninkrijk en Challengers in de VS. Waar voel je je het meeste thuis?

‘Als acteur is Italië een interessante plek om te werken, want ze supporten hun filmmakers echt. Alice schiet heel veel materiaal, en ze filmt op celluloid, wat superduur is. En dat laten ze haar gewoon doen. Het is fantastisch. Maar ik mis werken in het Verenigd Koninkrijk ook wel. Ik heb daar al een tijdje niet gewerkt, dus ik heb er wel weer zin in.’

Jente Buskes

Gerelateerde films

La Chimera

Met zijn bende "tombaroli" plundert Arthur graven en archeologische wonderen. Hij heeft een gave die hij goed kan gebruiken.

Challengers

Zendaya als tenniscoach verliefd op twee kampioenen in een liefdesdriehoek die even sportief als spannend belooft te worden, geregisseerd door Luca Guadagnino (Call Me By Your Name, Bones & All).