De vierjarige Adam wordt gehospitaliseerd wegens ondervoeding na een gerechtelijke beslissing. De hoofdverpleegkundige Lucy staat de moeder van Adam toe om bij haar zoon te blijven buiten de vastgelegde bezoekuren van de rechter. Maar de situatie wordt ingewikkeld wanneer de moeder opnieuw weigert haar zoon te verlaten. In het belang van het kind zal Lucy er alles aan doen om deze moeder in nood te helpen.
Hoe kwam je op het idee om je tweede langspeelfilm te maken in de kinderafdeling van een ziekenhuis
Bij mij komt de inspiratie om te schrijven altijd voort uit een plaats. Het ziekenhuis intrigeerde me omdat je er zoveel verschillende levens tegenkomt. Het is een prachtige, rijke doorsnede van de samenleving. Het idee om het dagelijkse leven in de kinderafdeling te filmen kwam door mijn fascinatie voor de kindertijd. Maar ik wist er eerst weinig van, behalve dat het een complexe wereld leek waar meerdere verbonden lagen door elkaar heen liepen. Daarom ben ik begonnen met navraag te doen bij mijn kinderarts, die inmiddels met pensioen is, en hij verwees me door naar ziekenhuis Saint-Pierre in Brussel, een openbaar ziekenhuis met een sterke sociale focus, waar het in België om bekendstaat.
Hoeveel tijd heb je gespendeerd aan documentatie?
Eerst heb ik mezelf drie weken in Saint-Pierre ondergedompeld in de zomer van 2020 en dat was een geweldige gelegenheid om het leven in het ziekenhuis te observeren… Het hoofd van de kinderafdeling stelde voor om me voor te doen als stagiaire!
Hierdoor kon ik de teamvergaderingen én de consultaties bijwonen, zodat ik het systeem van binnenuit leerde kennen en de hiërarchie tussen artsen en verpleegkundigen kon begrijpen.
Zo kon ik ook onderzoeken hoe groot de invloed van ouders op het herstel van hun kinderen kan zijn. Ik merkte hoe vervlochten het medische, sociale en juridische zijn en hoe het welzijn van het kind eigenlijk onlosmakelijk verbonden is met zijn relatie tot de ouder. Die ouder-kindrelatie raakte me diep. Hierdoor waren de dagen zo leerzaam en emotioneel intens dat ik echt uitgeput was. Natuurlijk had ik vooraf een geheimhoudingsclausule getekend. Ik mocht ter plaatse geen foto’s nemen, laat staan filmen. Daarentegen heb ik wel veel notities genomen waaruit ik het plot van mijn film heb kunnen ontwikkelen. Maar ditmaal in de vorm van fictie.
Laten we zeggen dat die notities als inspiratie hebben gediend. Ik heb me ook vertrouwd gemaakt met het sociaal beleid rond zorg voor die kinderen, bijvoorbeeld wanneer er sprake is van kindermishandeling. Zo heb ik uitvoerig gepraat met een maatschappelijk werker en heb ik een kinderrechter ontmoet. Beiden lazen mijn scenario. Ik ben die mensen zo dankbaar! Dit vooronderzoek duurde uiteindelijk bijna twee jaar.
Dan komt het scenario schrijven er ook nog bij, zeer goed gedocumenteerde fictie dus…
Ja, ik zou zeggen dat het schrijfproces ongeveer 4 jaar heeft geduurd, inclusief notities nemen en dan het eigenlijke scenario schrijven. Er zijn heel veel versies geweest! Ik heb op mijn eentje geschreven, maar ik heb kunnen rekenen op verschillende adviseurs zoals Luc Dardenne, die de film coproduceert, Iris Kaltenbäck, van wie ik Le Ravissement geweldig vond, en zelfs Razvan Radulescu, de scenarist van La Mort de Dante Lazarescu, een film die me echt heeft weggeblazen! Eerst wou ik het verhaal vertellen vanuit het perspectief van het hoofd van de kinderafdeling, maar ik koos uiteindelijk voor dat van een verpleegkundige, aangezien het me relevant leek om door de ogen te kijken van een vrouw die, omdat ze niet aan de top van de hiërarchie stond, beperkt was in wat ze kon doen en hoe ze kon tussenkomen. En toen vertelde een kinderarts me het verhaal van een kind dat werd opgenomen wegens ondervoeding: zijn moeder gaf hem alleen zaden en fruit. Die anekdote raakte me bijzonder: hoe laat je het zover komen? Alles viel geleidelijk aan op zijn plek.
Beetje bij beetje groeide het idee van voeding en dat liet me nadenken over moederschap. Want ik wel benadrukken dat L’intérêt d'Adam geen film over ondervoeding is! Trouwens, ik blijf bewust vaag in mijn film over wat Rebecca, Adams moeder, hem te eten geeft. Het gaat er niet om veganisten, vegetariërs of wie dan ook te stigmatiseren. Daar draait het niet om.
Precies, is de piste die je in je film verkent niet eerder die van machtsverhoudingen... zoals in Un monde, je eerste langspeelfilm, maar dan op een andere manier?
Meer dan dominantie wou ik vooral hiërarchische verhoudingen onderzoeken. Ik wou ook laten zien hoe standpunten kunnen verschillen afhankelijk van waar je werkt in het domein: oftewel op de werkvloer waar je echt met kinderen bezig bent zoals Lucy, mijn hoofdpersonage die hoofdverpleegkundige is, oftewel kijk je meer van buitenaf, zoals Justitie doet. Door verschillende hiërarchieën te tonen, tussen artsen en verpleegkundigen, tussen zorgverleners en administratie, laat ik systemisch geweld zien. Een accumulatie van geweld waardoor het kind uiteindelijk helemaal onderaan komt te staan, omdat het geen beslissingsrecht heeft…
Vandaar de titel van je film, L'Intérêt d'Adam, die het kind weer centraal plaatst?
Dat was vanaf het begin mijn titel. De film laat natuurlijk zien dat iedereen zijn eigen kijk heeft op wat het beste is voor het kind. Dat iedereen dat voorwendsel gebruikt om iets van zichzelf te verdedigen - of je nu arts, maatschappelijk werker of rechter bent. Maar ik koos de naam Adam omdat hij de naam is van de eerste mens in het Oude Testament. Niet dat ik bijzonder religieus ben, maar ik herinner me iets wat filmmaker Laszlo Nemes (Le Fils de Saul) ooit tegen me zei: alle verhalen komen eigenlijk voort uit de Bijbel. Dat is me bijgebleven. Voor mij staat Adams belang voor het menselijke belang. Dat wil ik centraal stellen.
Laten we het hebben over het personage Adam, een van de drie protagonisten van je verhaal, en de kleinste. Natuurlijk, hij is maar vier 4 jaar, maar hij spreekt opvallend weinig ook al verschijnt hij in veel scènes...
Ja, maar dat komt omdat hij verscheurd wordt door een vreselijk loyaliteitsconflict met zijn moeder. En ook omdat zijn stem niet serieus genomen wordt. Eigenlijk wil Adam in het eerste deel van de film zijn moeder alleen maar steunen in haar keuzes, tot het moment dat zij probeert te vluchten met hem. Dan voelt hij dat hij bij haar in gevaar kan zijn. En kort daarna lukt het hem eindelijk om zijn verwarring en radeloosheid onder woorden te brengen: hij wil bij haar blijven maar hij wil niet doodgaan. En dat is wat Rebecca uiteindelijk doet loslaten: alleen Adam kon die bewustwording bij haar teweegbrengen.
Wat wou je vertellen via Rebecca, deze jonge alleenstaande moeder, die diep vanbinnen behoorlijk verloren is? Ze heeft een sterke persoonlijkheid, erg verontrustend, maar tegelijk ook erg kwetsbaar...
Allereerst, en dat is belangrijk, ik had helemaal geen zin om een diagnose bij haar te stellen. Voor mij is het een vrouw in nood. Je moet haar verlangen naar controle, hier over Adams voeding, nemen als een manier om zichzelf gerust te stellen want ze bevindt zich in een situatie van grote kwetsbaarheid. Ze heeft het vertrouwen in zichzelf verloren, eerst in haar rol als moeder en dan tegenover de zorgverleners. Maar tegelijkertijd kan ze niet toegeven dat ze zelf slecht met die situatie omgaat. Rond me zie ik goed hoeveel er van moeders wordt verwacht en hoe snel ze worden beoordeeld. Misschien is haar houding ook een manier om hulp te vragen? Wat betreft Rebecca's leeftijd, ze is in de twintig: het was een gelegenheid om te praten over de wat verloren jeugd van vandaag.
Tegenover dit zeer verontrustende moeder-zoon-duo moest er minstens een heldin zoals Lucy zijn, de hoofdverpleegkundige van de kinderafdeling, als tegenwicht. Ze is diep toegewijd in haar beroep en dient als een soort gids tijdens deze lange, gespannen nacht. De film volgt duidelijk haar standpunt, niet?
Ja! Maar toen ik het scenario schreef, vroeg ik me af of ik Adams standpunt niet moest tonen. Zoals ik had kunnen doen met Un monde, waar ik het hele verhaal vanuit het perspectief van het kind heb gefilmd. Maar ik voelde dat ik afstand moest nemen deze keer, en dat het interessanter was als ik Lucy's standpunt aannam. Trouwens, dit personage heeft altijd bestaan. Het is een vrouw die het systeem op haar schouders draagt, een systeem dat geacht wordt te zorgen, te regenereren, te herstellen, maar dat uiteindelijk die zorgbehoevenden vernietigt, doordat het systeem zelf verzwakt is wegens een gebrek aan middelen, waardoor het op punt staat te knappen. De verpleegkundigen zijn de personen die het dichtst bij de kinderen staan en toch zijn zij degenen die de minste beslissingsmacht hebben, dat is gek!
Te meer omdat ze er werken in verschrikkelijke omstandigheden. Ook zij zijn in de steek gelaten. Daarom wou ik Lucy tonen op dit precieze moment van haar leven: ze is compleet opstandig tegen dit systeem. Ze zegt tegen zichzelf dat het niet meer aanvaardbaar is. Zo ontstaat de band tussen haar en Rebecca. Ik denk dat Adams moeder intieme dingen in Lucy wakker maakt, waardoor Lucy haar wil helpen. De vraag is: hoe help je de ander? Maar ook... wat is de "correcte" grens om niet te overschrijden, wanneer de ander jouw voorgestelde hulp weigert? Deze film stelt niet alleen de grenzen binnen de instellingen ter discussie, zoals het ziekenhuis of Justitie, maar ook de grenzen van ons moreel geweten, van onze ethiek. In elk geval voelen we een breuk in Lucy en dit geheim stelt de kijker in staat om zich met haar te identificeren.
Hoewel Adam, Rebecca en Lucy emblematische personages zijn die elks een gewetenskwestie meemaken, blijven ze nog altijd zeer menselijk. Met een handcamera filmen, vol ademhaling en bewegingen, heel dicht op de lichamen was niet zomaar… Net zoals de beknopte duur van de film: alles wordt verteld in 1 uur en 13 minuten!
Met deze mise-en-scène wou ik vooral dat de kijker het razende ritme van het zorgpersoneel voelt. En dat de toeschouwer zelfs even uitgeput is als Lucy! Ze loopt voortdurend rond, ze heeft bijna geen tijd om na te denken. Trouwens, wat ze vraagt voor Rebecca en haarzelf is juist een beetje meer tijd! De duur van de film heb ik zelf niet gekozen, hij heeft zich zo geschreven. Eigenlijk is het voor mij belangrijk dat een film zichzelf ontwikkelt en niet dat hij ontwikkelt zoals ik wil dat hij ontwikkelt. Ik probeer altijd naar hem te luisteren.
Jouw manier om Lucy van achteren te volgen, terwijl ze onophoudelijk rondloopt, doet onvermijdelijk denken aan Rosetta van de gebroeders Dardenne, een andere heldin op het einde van haar Latijn. Moeten we er een eerbetoon in zien?
Ik heb veel geleerd van de gebroeders Dardenne, dus ja, natuurlijk heb ik aan Rosetta gedacht wanneer we Lucy hebben gefilmd. Ik wou haar volgen in die ziekenhuisgangen met al die kamers, maar ook op haar pad en in haar strijd... Hoe zou ik haar anders filmen? Soms heb ik de indruk dat we meer emotie voelen wanneer we haar van achteren bekijken dan wanneer we haar recht in de ogen kijken, toch?
En dan is er haar haardot, lang onberispelijk tot het moment dat hij loskomt... Daar heb ik me geïnspireerd op een scène uit Jeanne Dielman, 23 quai du Commerce, 1080 Bruxelles, van Chantal Akerman, een van mijn cultfilms. Alles is perfect en onberispelijk in het leven van Jeanne Dielman tot het moment dat ze haar vest verkeerd dichtknoopt. Dan begint het uit de hand te lopen... Wel, het is een beetje hetzelfde voor mij met Lucy's haardot!
Nog een ander kenmerk van je verhaal is dat je nooit toegeeft aan uitleg. Het plot, de personages, wat er op het spel staat, ontdekken we allemaal gaandeweg door een onderdompeling die even volledig als radicaal is…
Hoe meer uitleg je geeft, hoe minder de toeschouwer toegang krijgt tot de personages. Vertrouwen is het mooiste cadeau dat je aan de kijker kunt geven naar mijn mening. Bovendien is de situatie die ik beschrijf in mijn film zeer complex, zoals in het echte leven. Daarom wou ik sowieso geen uitleg geven. Dus ja, ik heb wel echt geworsteld met het schrijven! Wat ging ik zeggen, wat ging ik tonen? Het was een echte puzzel.
Door dit immersieve aspect waren de opnames en de montages waarschijnlijk nog extra moeilijk…
L’intérêt d'Adam werd inderdaad bijna volledig met sequentieshots gefilmd. Met andere woorden, het was heel uitdagend, zowel voor choreografie van de bewegingen als voor het acteerwerk. Daarvoor neem ik mijn petje af voor mijn cameraman Frédéric Noirhomme, met wie ik eerder samenwerkte aan Un monde. Hij heeft buitengewoon werk geleverd. Onze methode bestond eruit in ochtend te experimenteren en te repeteren en om 's middags op te nemen. En ik heb wel 40 takes moeten doen voor elke scène! Maar ik moet toegeven dat er iets magisch gebeurde door die uitputting. Ik kreeg de indruk dat ik zo ver moest gaan tot er iets onverwachts zou gebeuren… Maar achteraf was de montage wel wat ingewikkelder. Trouwens, we hebben een extra dag moeten nemen voor de heropname van enkele scènes. We hadden dat ook gedaan bij Un monde en ik vind dat niet erg, want het is pas tijdens de montage dat je voelt wat er ontbreekt. Dat gezegd zijnde heb ik het geluk gehad om met dezelfde monteur te werken aan mijn twee films, Nicolas Rumpl. We voelen dezelfde dingen aan. Voor hem en voor mij is het ritme belangrijk. Sterker nog, het is wat de film doet leven.
De aandacht besteed aan het geluid draagt ook veel bij tot dat gevoel van immersie…
Ja en des te meer omdat ik vaak probeer om de dingen tot leven te laten komen en ze off-screen te laten voelen door de kijker. Met andere woorden, het geluid is cruciaal. Gelukkig kon ik weer met een groot deel van het geluidsteam van Un monde samen te werken, namelijk David Vranken en Mathieu Cox. Ik heb dus in alle vertrouwen met hen kunnen werken.
Je stijl van filmen vraagt veel van je acteurs. Is dat de reden waarom je Léa Drucker hebt gekozen om Lucy te belichamen en Anamaria Vartolomei voor Rebecca? Beiden zijn zeer krachtig maar tegelijkertijd ook kwetsbaar…
Ik werk vaak vanuit impulsen. Ik heb Léa ontdekt in een kortfilm Avant que de tout perdre van Xavier Legrand, en ik was omvergeblazen. Ik heb de rol van Lucy echt voor Léa geschreven, omdat ze er op het eerste gezicht hard uitziet, maar ook omdat ze een grote kwetsbaarheid uitstraalt. En dan verbergen haar ogen ook iets geheimzinnigs, zoals haar personage. Het is prachtig. Op de opnames heeft ze me een nog grotere “krak” gegeven dan ik hoopte. Ze is echt een grootse actrice. Anamaria zag ik voor de eerste keer in L'Évènement van Audrey Diwan. Hoe kun je niet ontroerd zijn door zo’n uitzonderlijke interpretatie? Ze heeft ook iets strijdvaardigs en kwetsbaars. Ik zou zelfs zeggen iets zeldzaams. Het is niet voor niets dat actrices zoals Léa en Anamaria me aantrekken. Iets van hun levensparcours overlapt met dat van mijn personages... Ik wil ook nog Jules Delsart vermelden die Adam speelt. Ik heb hem gekozen omdat hij een bepaalde manier had om volwassenen in de ogen te kijken, en om hun blik vast te houden en dat is indrukwekkend voor een vierjarige jongen die nog nooit heeft geacteerd!
Tot slot, gezien het plot en de onderwerpen die het doorkruist, kunnen we van L'Intérêt d'Adam zeggen dat het een geëngageerde, zelfs politieke film is?
Uiteraard zit er een deel kritiek in mijn film, namelijk omdat ik toon dat het systeem niet meer werkt, zowel in het ziekenhuis als in de jeugdbescherming. Het gebrek aan middelen is opvallend aan beide kanten en ik denk dat er een urgentie is om deze tekortkomingen aan het licht brengen. Mijn visie is subjectief, zeker, maar ze vertrekt van een reële, concrete realiteit. Ik ben er dan ook om vragen te stellen, niet om erop te antwoorden. Dus eerder dan te spreken van een politieke film, een woord waar ik me voor hoed, zeg ik liever dat het een alarmkreet is en misschien het begin van een dialoog? Ik geloof dat cinema verandering kan teweegbrengen… Wat is het nut er anders van?
BIOGRAFIE LAURA WANDEL
Laura Wandel is een regisseur uit Brussel, ze genoot een opleiding regie aan het Institut des Arts de Diffusion (IAD).
In 2007 begint ze haar carrière als regisseur met haar afstudeerkortfilm "Murs" die werd geselecteerd door verschillende festivals, net zoals haar kortfilm "O Négatif" (2011).
In 2019 maakt ze haar eerste langspeelfilm "Un monde", uitgebracht in 2021. Hij werd onder meer bekroond op het festival van Cannes, op het BFI London Film Festival en bij de Magritte du Cinéma.